2014 gaat de geschiedenisboeken in als het jaar van de definitieve doorbraak van het Barge Service Center. Het concept van de Kramer Group heeft zijn belang voor de Rotterdamse haven dubbel en dwars bewezen. De bundeling van kleine aantallen containers door Rotterdam Container Terminal verlicht de druk op de deepsea-terminals en beperkt vertragingen voor de binnenvaart; in aantal en in duur.
Sinds vorig jaar maakt ECT dankbaar gebruik van het Barge Service Center. Dat voorbeeld volgen nu ook de nieuwe terminals op Maasvlakte 2: APM Terminals en RWG. Rotterdam Container Terminal voldoet aan alle voorwaarden om als Barge Service Center te fungeren. Onafhankelijk, centraal gelegen ten opzichte van de terminals op beide Maasvlaktes en van alle faciliteiten voorzien. Bovendien heeft de terminal van de Kramer Group al jaren ervaring in het laden en lossen van binnenschepen en feeders.
Oplopende wachttijden
De containerstromen groeien weer. In 2014 werd in Rotterdam zes procent meer aan TEU’s overgeslagen. In de eerste drie maanden van dit jaar was de toename zelfs 7,6 procent. Op zich zijn het opbeurende cijfers, die het herstel van de wereldeconomie weerspiegelen. Maar de keerzijde van de groeiende containerstromen is de steeds terugkerende congestie op de terminals. Een fenomeen dat zich overigens ook in Antwerpen en Hamburg voordoet. Dit voorjaar luidden vertegenwoordigers van de binnenvaart de noodklok over wachttijden die in sommige gevallen nog langer zijn dan op het dieptepunt in de zomer van 2014.
‘We hebben altijd voor de volle honderd procent in het concept geloofd’
Toen gold het Barge Service Center van de Kramer Group als een van de hoekstenen van het pakket oplossingen: door een flink deel van de binnenschepen met containers voor de ECT Delta Terminal uit te laten wijken naar de aangrenzende terminal werd de druk van de ketel gehaald. Juist toen de nood het hoogst was, toonde de Kramer Group dat bundeling van kleinschalige containerstromen op een Barge Service Center voordelen heeft voor de binnenvaart én de containerterminals.
ECT maakt nog steeds volop gebruik van het Barge Service Center. APMT is sinds de start van de nieuwe terminal op Maasvlakte 2 (op 24 april was de officiële opening) ook klant. Met RWG, de andere nieuwkomer (die later dit jaar echt in bedrijf gaat), heeft de Kramer Group eveneens al afspraken gemaakt. ‘Alle partijen willen met ons samenwerken’, constateert CEO André Kramer tevreden. ‘Natuurlijk hadden we dat gehoopt; we hebben altijd voor de volle honderd procent in het concept geloofd. Zeven jaar zijn we er al mee bezig. Nu is de afrondende fase aangebroken.’
Container Exchange Route
De lucht tussen Havenbedrijf Rotterdam en ECT is eind 2014 opgeklaard. Het juridisch steekspel hebben de partijen achter zich gelaten en ze werken constructief samen. Sindsdien zijn op tal van dossiers stappen voorwaarts gemaakt waar ook andere terminals en bedrijven bij betrokken zijn. Een daarvan is de interne baan naar Maasvlakte 2. Daarover is begin dit jaar overeenstemming gekomen. Het Havenbedrijf gaat die Container Exchange Route (CER) aanleggen. ‘Maar het gaat nog wel even duren voordat die er ligt en gebruikt kan worden’, tempert Kramer de verwachtingen. ‘Niet alleen die interne baan zelf moet worden aangelegd, ook de terminals op Maasvlakte 2 moeten hun aansluitingen aanpassen om MTS’en (Multi Trailer Systemen: treintjes op banden, waarmee containers worden verplaatst , red.) te kunnen afhandelen.’
Het vervoer over de interne baan zal worden uitgevoerd door werknemers van ECT, APM Terminals Rotterdam en…de Kramer Group. Voor de buitenwacht een bevestiging van het groeiende belang van Kramers bedrijf, maar het duurt nog wel even voor het zo ver is. Kramer schat dat het drie jaar duurt voordat de CER klaar is en het inter-terminaltransport full swing draait. Dat betekent dat de problemen nog niet voorbij zijn. Ter overbrugging zou een andere oplossing gewenst zijn. Kramer heeft wel een idee: ‘Je zou een barge shuttle kunnen opzetten tussen de terminals.’
‘Als er op dit moment één partij is die alle terminals kan bedienen, zijn wij het’
Uitbreiding Kramer Depot
Ondertussen werkt de Kramer Group op verschillende fronten aan uitbreiding van de faciliteiten en activiteiten. Binnenkort hoopt Kramer het met Havenbedrijf Rotterdam eens te worden over de uitruil van grondposities. Die moet onder meer resulteren in de uitbreiding van het Kramer Depot op Maasvlakte 2. ‘In de huidige plannen groeit dat naar vijftien hectare. Dan kunnen we daar straks zo veel mogelijk de opslag van lege containers concentreren.’
Dat schept dan de extra ruimte die nodig is voor de groei van het Barge Service Center. ‘We gaan de capaciteit uitbreiden voor binnenvaart en shortsea. Nu we volop draaien, melden zich ook steeds meer feeders. Die hebben met dezelfde problematiek te maken als de binnenvaart: ze moeten ook hoppen langs te veel terminals, en dat kost tijd. Dan is het handig als je de containers voor terminals waarvoor je kleine aantallen containers aan boord hebt, hier kunt lossen. Wij zorgen er dan voor dat ze over land naar de beoogde terminal gaan.’
Dan blijft er nog een modaliteit over waar bundeling van lading ook welkom zou zijn: het spoor. ‘We zijn aan het kijken of we onze railactiviteiten op RCT kunnen uitbreiden. Als er op dit moment één partij is die alle terminals kan bedienen, zijn wij het. Door onze neutraliteit en doordat we op korte termijn kunnen beginnen. Dat we het organisatorisch aan kunnen, bewijzen we met het Barge Service Center. Wij durven zo’n Rail Service Center op de Maasvlakte wel aan.’