De Hartelhaven, in rood aangegeven, grenst aan de terminal van ECT.
Container-operators in de Rotterdamse haven zijn onaangenaam verrast door de ‘voorbarige communicatie’ van ECT over het Barge Transferium Maasvlakte.
Dat blijkt uit een bericht van LINc aan zijn leden. Volgens deze belangenorganisatie wordt gesuggereerd dat het project al in gang is gezet terwijl het zich nog in de verkennende fase bevindt. LINc zit morgen met de containerterminal aan tafel om verder te praten over het project.
ECT bracht eerder deze week via een persbericht het plan naar buiten om aan de Hartelhaven een overslaglocatie voor de binnenvaart in te richten. Dat lijkt een terugkeer naar de oude situatie, want tot enkele jaren geleden handelde de stuwadoor daar ook al binnenschepen af. Nieuw is echter dat de sector zelf, via LINc, verantwoordelijk zou worden voor de scheepsplanning.
ECT zegt dat het idee is voortgekomen uit het overleg onder leiding van het Havenbedrijf over de aanpak van de congestie in de sector. Het bedrijf wil daar met extra capaciteit een bijdragen aan leveren, maar operators moeten daar wel voor betalen. De stuwadoor wil een vast bedrag per scheepsbezoek in rekening brengen, variërend van 560 tot 1.560 euro per schip.
Operators reageren daar verschillend op, blijkt uit het bericht van LINc. De reacties variëren van ‘niet bij voorbaat afwijzend’ tot ‘principieel tegen, omdat de rederijen al voor de overslag betalen’. Een van zegt het idee te steunen, maar het niet als een structurele oplossing te zien.
Woordvoerder Rob Bagchus van ECT bevestigt dat het idee voor een transferium twee weken geleden op tafel is gekomen, maar vindt niet dat de sector ermee wordt overvallen. ‘Vergeet niet dat de terminal er al ligt. Wij kunnen heel snel schakelen. Als we goede afspraken kunnen maken met de sector kunnen we binnen een paar weken van start.’
Hij denkt dat er zeker enkele duizenden containers per week aan de Hartelhaven kunnen worden verwerkt. ‘Dat is ook afhankelijk van de sector zelf. Wij hopen er 24 uur per dag schepen te behandelen. We beginnen met één kraan, maar als het nodig is, kunnen we snel opschalen.’
Het verbaast hem dat LINc de communicatie voorbarig noemt: ‘We hebben steeds gezegd dat we hier snel mee naar buiten wilden komen en het persbericht is vooraf ook aan hen voorgelegd’.
Geschreven door: Rob Mackor / Nieuwsblad Transport